Keynote Arne Hendriks | 29 oktober 2020

Nieuws

1 november 2020

Tijdens de (online) werkbijeenkomst van de Community of Science Sociale Innovatie voor de Circulaire Economie op 29 oktober, droeg kunstenaar Arne Hendriks een keynote speech voor ter inleiding.

Hara hachi bu

Hopelijk hebben jullie niet te zwaar ontbeten en is er nog ruimte in de maag om elkaar te leren kennen, om te leren, om iets nieuws te beginnen. Of zoals ze op het Japanse eiland Okinawa aan het begin van een maaltijd tegen elkaar zeggen: Hara hachi bu. Wat zoveel betekent als: eet tot je 80% vol zit. Dus niet eet tot je niet meer kunt maar eet tot je geen honger meer hebt. In Okinawa heeft dat in ieder geval zeer bijzondere gevolgen gehad. Nergens leven meer oude gezonde mensen van boven de 100 jaar als op Okinanwa. Die 20% leegte lijkt te zorgen dat de 80% werkelijk tot z’n recht komt. Alsof die 80% vol door die 20% leeg een soort volledigheid, mooi woord trouwens vol-ledig, volledigheid mogelijk maakt. Zogezegd bestaat volledigheid bij de gratie van een relatie tussen vol en leeg. Hara hachi bu is misschien gewoon een advies aan het begin van een maaltijd, maar er lijken andere wijsheden in verstopt te zitten. Het lijkt me een mooi uitgangspunt voor vandaag. Een dag die al erg vol zit met weten, met kennis, met de beheersing van het vakgebied. Misschien kunnen we deze ochtend voor 80% tegemoet komen aan ons verlangen om elkaar te inspireren, om te delen waaraan we werken, 80% voortbouwen op wat in het verleden is bereikt, maar ook 20% ruimte laten waarin we onderzoeken hoe we samen vol- ledig zijn.

Kunst en ruimte: We zijn hier, om positieve verandering tot stand te brengen. Maar om te veranderen heb je ruimte nodig. Je kunt niet bewegen als je met je neus tegen de muur staat. Eigenlijk denk ik dat kunst bijna altijd gaat over het vinden van die ruimte, de andere blik, het andere perspectief dat ons in staat stelt om iets anders te zien, om iets te ontdekken. En dat heeft het in die zin misschien ook wel gemeen met de wetenschap. Willen zien wat nog niet gezien is. Ergens geloven we allebei, de kunstenaar en de wetenschapper, dat dat missende stukje van de puzzel, dat missende perspectief op de realiteit, ons iets van waarde zal brengen.

Waarde: Als we die waarde dan hebben ontdekt dan willen we natuurlijk het liefst dat anderen deze waarde omarmen, bevestigen, ernaar gaan leven. Maar we moeten op onze hoede zijn. Van de Surrealisten, types als Andre Breton en Max Ernst, heb ik geleerd dat wij net zo goed een product zijn van een tijdperk, van een manier van denken, voelen, en doen, als de ongewenste producten. De plastic soep, de opwarming van de Aarde, ongelijkheid tussen noord en zuid. De Surrealisten losten dit wantrouwen in hun eigen emotie en ratio op door allerlei technieken en methodieken te ontwikkelen waardoor zij de controle over zichzelf en hun creatieve processen uitschakelden. Veel drinken, slaaponthouding. We laten even in het midden of dat gelukt is maar hun inzicht is nog steeds relevant.

Plek bezetten: Ook goede intenties kunnen een ruimte zo vullen dat samen dansen onmogelijk wordt. Op de plek die wij bezetten met onszelf, met ons weten, met onze manier van doen, lijkt geen ruimte is voor de ander. Maar we hebben de ander wel nodig. Misschien zelfs om beter jezelf te kunnen zijn. Om deel te worden van dat nieuwe ‘zijn’ waarnaar we zoeken. Samen iets anders zijn. Dus hoe kunnen we er zijn en tegelijkertijd ruimte laten voor de ander. Dat is in ieder geval iets waar ik persoonlijk heel erg naar op zoek ben. Daarom die 20%.

Knippen: Daarover gesproken. Ik zie dat ik op 40% van mijn 10 minuten tijd ben. Op de helft van 80%. Ik wil vragen om uit het velletje papier dat jullie hebben klaargelegd een cirkel te knippen. Een rondje. Ik doe zelf ook even mee, uit solidariteit. Een experiment in collectief knippen.

Witte stip: Leg deze ronde ruimte naast je computer. Binnen je blikveld. Een geheugensteuntje voor vandaag om ons de noodzakelijke leegte te herinneren, te her- inneren. Zelf loop ik wel eens met zo’n stip rond op plekken waar ik niet thuis ben. Waar ik een manier zoek om contact te maken. Om, wanneer ik op onbekend terrein ben, toch alsnog de ander, het andere, uit te kunnen nodigen. Kijk hier bijvoorbeeld in Tokyo ontstond een situatie tussen mij en een oude Japanse man. In totale stilte maar wel mooi. Een betekenisvolle ontmoeting die nu vele jaren later nog nagalmt in mijn herinneringen aan die plek. Of hier in Beijing, en hier in Dar es Salaam. Je legt een witte stip neer
om iets te laten ontstaan in de volheid van iets anders.

Tsimtsum: In de Joodse kabbalah is sprake van het begrip Tsimtsum. Joodse godgeleerden zagen zich namelijk geconfronteerd met een nogal ingewikkelde puzzle. Hoe heeft de mens kunnen ontstaan als God overal was? Hoe kon zoiets imperfects als de mens ontstaan binnen de perfectie van het goddelijke? Het antwoord op die vraag was Tsimtsum, krimp, contractie, terugtrekking. Om de mens te laten ontstaan trok God zich uit een stukje van zichzelf terug. En in die leegte ontstond de mens. Om de een of andere reden spreekt dat idee me enorm aan. Het idee dat zelfs perfectie de bescheidenheid kan opbrengen om de ander een plek te gunnen. Dat is inspirerend en misschien helpt het ons de schroom van ons af te werpen en ons terug te trekken uit een stukje van onszelf.

2 minuten: Hoe krimp je verandering tegemoet? Hara hachi bu, natuurlijk. Tsimtsum, zeker. Maar hoe doen we dat bijvoorbeeld vandaag? Dat is natuurlijk aan jullie. Misschien kunnen jullie collectief een ruimte knippen waarin de zo nodige beweging, niet alleen van jezelf maar ook van alle anderen, wordt gefaciliteerd? Uiteindelijk denk ik dat iedere beweging om z’n eigen ruimte vraagt. Werkte dat eigenlijk wel die witte stip? Ik moet eerlijk bekennen, Ja en nee. Laat ik met nee beginnen, Als cirkel, als een ronde ruimte waarin opeens allerlei ontmoetingen en inzichten plaatsvonden, eigenlijk niet. Ik liep ermee rond, ik legde hem neer, keek er naar, soms keek er iemand mee. Vaak werd ik ook genegeerd. Dan maakte ik een foto of een filmpje rolde de cirkel maar weer op, en ging op zoek naar een nieuwe plek. Maar het antwoord is ook ja want ik realiseerde me dat om de stip te maken ik contact had gelegd met een lokale chauffeur die me hielp om het materiaal te zoeken. Dat ik winkeliers heb ontmoet, die me vaak ook nog hielpen met het knippen van de cirkel. Iemand kwam met een schaar, een ander met een bezem. De ruimte werd eigenlijk vooral tot iets waardevols in de permanente totstandkoming, het steeds weer herscheppen van de lege ruimte. In de slipstream van een idee over ruimte ontstond echte ruimte. Met echte ontmoetingen, met echte mensen met echte ideeën. Natuurlijk, we hebben resultaten nodig. En we hebben het nodig om deze na te jagen maar tenminste een deel van die noodzaak bestaat eruit dat we elkaar in de slipstream van ons werk ontmoeten en in deze ontmoeting vorm geven aan de cultuur die er uiteindelijk voor zal zorgen dat de gewenste verandering tot in de haarvaten van ons wezen doordringt. Dus nodig elkaar vandaag, in de slipstream van jullie werk, op het ritme van de kennisoverdracht, uit voor een dansje.

Stilte: Dat brengt me bij mijn laatste beetje tijd, en die wil ik jullie graag cadeau doen. Voor straks als er even een moment van stilte valt. Als het antwoord op een vraag misschien niet direct voor handen is, of wanneer we het samen even niet weten. Die stilte die dan valt, die doe ik jullie hierbij cadeau. Dus laat maar vallen. Voel niet direct de verantwoordelijkheid om de stilte te verbreken. Geniet er even van. Hara hachi bu.

Arne Hendriks | arnehendriks.net

Deze website gebruikt cookies om je de beste ervaring te kunnen aanbieden. Accepteer de cookies door op 'Accepteer cookies' te klikken.